Skip to the content

Veel uitdagingen voor Vlaamse coördinator grensoverschrijdende samenwerking

highway

De Vlaamse regering heeft het mandaat verlengd dat de West-Vlaamse gouverneur vervult als coördinator voor de grensoverschrijdende samenwerking tussen Vlaanderen en Noord-Frankrijk. Gouverneur Carl Decaluwé zal dus tot eind maart 2022 ondermeer de acties in het kader van de Eurometropool Rijsel-Kortrijk-Doornik opvolgen. “Het is een goede zaak dat dit mandaat werd verlengd. Want er ligt best wel wat werk op de plank om de vele prioriteiten van het project Eurometropool 2.0 in de praktijk concreet te maken”, stelt Tillo Mestdagh, vennoot van het advocatenkantoor K law. 

De rol van de West-Vlaamse gouverneur speelt zich hoofdzakelijk af in de samenwerking tussen de publieke partijen die betrokken zijn bij de Eurometropool. Tillo Mestdagh: “De gouverneur volgt wat er gebeurt bij de Eurometropool en coördineert ook de territoriale samenwerkingen van de agentschappen die samenwerken in het kader van Europese subsidieprogramma’s zoals Interreg. Maar anderzijds is er uiteraard ook de economische wereld die in deze regio sowieso grensoverschrijdend werkt. Wij horen bij de bedrijven dat er nog altijd veel hindernissen weg te werken zijn om het grensoverschrijdend zaken doen makkelijker te maken.”

Onbekend en onbemind

Een recente enquête bij bedrijven leert ook dat het project Eurometropool niet bijster populair is. “Ik heb de indruk dat het aanvankelijke enthousiasme van bijna 10 jaar geleden is weggeëbd. Op de vraag ‘Wat zegt de Eurometropool u?’, bleek dat veel ondernemers niet goed weten wat ze is of wat ze doet. Zij die het wel kennen, zijn ontgoocheld over de rol van het samenwerkingsverband of hebben er nog niets mee gedaan. Er is eigenlijk te weinig synergie tussen wat er publiekrechtelijk gebeurt en de bedrijfswereld”, aldus Tillo Mestdagh.

Volgens de vennoot van K law, dat zich in de materie van grensoverschrijdende samenwerking heeft gespecialiseerd, blijven de twee partijen teveel op hun eigen speelveld. “De beleidsverantwoordelijken hebben goede intenties en formuleren ambitieuze prioriteiten. Daarnaast zijn er de Kamers van Koophandel en andere economische organisaties die elk vanuit hun eigen optiek aan een metropolitaan project werken. Maar die twee zaken komen niet of nauwelijks samen. Waardoor het economisch potentieel van de Eurometropool onvoldoende kan worden benut.”

Net daarom vindt hij het een goede zaak dat het mandaat van de gouverneur door de Vlaamse regering verlengd werd. “De gouverneur heeft sowieso veel terreinkennis en relevante contacten, onder meer ook door zijn rol op het vlak van de veiligheid en grenscriminaliteit”, vertelt Tillo Mestdagh. “We hopen dat hij de komende jaren werk maakt van verdere initiatieven om ook het economisch potentieel van de grensoverschrijdende samenwerking te ontginnen.”

Belangrijke prioriteiten

Mestdagh ziet alvast drie belangrijke prioriteiten waarrond actie moet worden ondernomen. “Ten eerste is er de gewijzigde gewijzigde wetgeving aan Franse kant voor werknemers die de grens over steken. Die moeten online geregistreerd worden, wat een pak bijkomende administratie betekent voor bedrijven uit de grensstreek. Het leidt tot veel frustratie bij Belgische bedrijven die dit eigenlijk ervaren als maatregel van protectionisme.”

“Ik begrijp dat het eerder bedoeld is als bescherming tegen sociale fraude door bedrijven uit lageloonlanden. Maar onze bedrijven zijn hier echt het slachtoffer van. Het ware goed mocht de gouverneur dit kunnen aankaarten bij de Franse autoriteiten en helpen zoeken naar een oplossing.”

Een tweede prioriteit gaat over het aantrekken van talent en dus over de arbeidsmobiliteit. “Vele West-Vlaamse bedrijven kampen met een tekort aan werkkrachten, zowel hooggeschoolden als laaggeschoolden”, vertelt Tillo Mestdagh. “Meer dan ooit moeten we ook mensen uit Noord-Frankrijk aantrekken om alle vacatures ingevuld te krijgen. Maar dat is niet evident, om een hele pak redenen. De taalkennis is er één van. Een initiatief om bijvoorbeeld een basis vocabularium veiligheid in het Nederlands aan te leren aan Noord-Fransen zou een goede zaak zijn. Veel bedrijven in de textiel- en voedingsindustrie zouden daar baat bij hebben. En we weten dat daar aan Franse zijde zelfs budgetten voor zijn!”

Een speciaal statuut voor de Eurometropool

Tot slot is er de problematiek van de normeringen. “In principe zijn vele normen ingegeven door Europese regelgeving. Maar de interpretatie durft nogal eens verschillen tussen Frankrijk en België. Ik denk maar aan brandwerende platen waar in Frankrijk vaak een extra norm wordt toegevoegd bovenop de Europese. Ook zulke technische zaken bemoeilijken grensoverschrijdend zaken doen. We zouden er eigenlijk moeten in slagen om voor de Eurometropool een speciaal statuut in de wacht te slepen, zoals een vroegere douanezone, waarin men zowel de Belgische als Franse normering aanvaardt. Ook dat zou een zeer concrete stap in de juiste richting zijn”, besluit de advocaat.  

Latest News

Share this

How can we help?

Discover our expertise